
Voorzijde boekband
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer

Detail voorzijde boekband: rode steen rechtsonder
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer

Notitie over schenkingen van bisschop Bernold aan de Dom van Utrecht, ABM h2, f. 1r

Begin van het evangelie van Mattheus, ABM h2, f. 120r
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer

Boekband achterzijde met H. Ansfridus
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
- TekstAnsfriduscodex
Sankt Gallen, 950-1000. Boekband, 1200-1400 met latere toevoegingen
ABM h2
‘Versierd met flonkerende edelstenen en schitterend goud ben ik [de codex] een geschenk van bisschop Ansfried aan Martinus.’ Zo luidt in vertaling het Latijnse opschrift op de boekband. De Utrechtse bisschop Ansfridus (995-1010) schenkt dit prachthandschrift aan de Martinus- of Domkerk. Het handschrift, een evangelistarium, is echter in het Zwitserse klooster Sankt Gallen vervaardigd. Eeuwenlang behoort de kostbare codex tot de kerkschat. Hij wordt meegedragen in processies en op hoogtijdagen op het altaar getoond. Deze folio – pagina – start met de woorden ‘Maria Magdalena’. - soort tekstvoor publicatie
- voor tentoonstellingBeeldschone boeken : de middeleeuwen in goud en inkt
- geschreven in2009
- Nu te zien
- Huidige locatieKlooster benedenverdieping Schatkamer
- ObjectnummerABM h2
- Objectnaamhandschrift
- TitelEvangelistarium [Ansfriduscodex]
- Vervaardigeronbekend (St. Gallen, OSB (?)) betreft boekblok
- Dateringca. 0950 - ca. 1000 1000 - 1499
- Materiaalperkament, eikenhout, zilver, goud, kwarts, amethist, glas, kornalijn, bergkristal, nicolo, jaspis, agaat, fluweel
- Afmetingen
- 34.0 cm
- 26.5 cm
- 10.0 cm
- Paginering153+ii ff.
- Verwervingsmethodebruikleen
- Verwervingsdatum1872-06-01
- BeschrijvingDe kern van de boekband van de Ansfriduscodex wordt gevormd door twee eikenhouten platten. Het voorplat bestaat uit een verdiept middenveld omgeven door een brede rand. Het is beslagen met dunne, verguld zilveren platen. In het middenveld bevindt zich een verguld zilveren kruis met een verhoogd, ingezwenkt, achtkantig middenstuk en breed uitlopende armen. Het kruis is versierd met filigraan en vijf halfedelstenen, te weten een ronde steen van amethist en kornalijn op het snijpunt van de beide kruisarmen, een lichtblauwe kwarts respectievelijk een agaat op de brede uiteinden van de verticale kruisarmen en twee nog niet nader bestemde stenen op de horizontale kruisarmen. Het filigraanwerk bestaat uit cirkelvormige, uitwaaierende ranken met bolletjes aan de uiteinden en in het midden hier en daar kleine rozetjes.
In de vier velden tussen de kruisarmen zijn steeds twee stenen in een diagonale lijn geplaatst. Van boven naar beneden en van links naar rechts betreft het bergkristal en amethist, amethist en kwarts, kwarts (de andere steen is verloren gegaan), kwarts en amethist.
De brede rand rond het verdiepte middenveld is eveneens rijkelijk versierd. Op de hoeken zijn geëmailleerde medaillons met de evangelistensymbolen aangebracht. De banderol die de figuren dragen, vermeldt de naam van de evangelist. Van links boven naar rechts onder betreft het de adelaar van Johannes, de gevleugelde mens van Mattheus, de gevleugelde leeuw van Marcus en de gevleugelde stier van Lucas. Tussen de grote medaillons, verdeeld over de lange en korte zijden van de rand, bevinden zich zes kleinere, geëmailleerde medaillons. Hiervan vormen de bovenste twee op de lange zijden tezamen de kroning van Maria: links de gekroonde Moeder Gods en rechts de zegenende Christus. Eronder bevinden zich twee medaillons waarop met wierookvaten zwaaiende engelen. Op de korte zijden tonen de twee medaillons een afbeelding van een opspringend hert. Op de rand bevinden zich verder nog vier alsengemmen met gegraveerde, primitieve figuurtjes en zestien halfedelstenen waaronder kwarts, amethist, bergkristal, jaspis en een lagensteen nicolo genaamd. Zeven van deze stenen zijn voorzien van een gegraveerde, mythologische voorstelling. (Zie Snijder 1932 voor een gedetailleerde beschrijving van de stenen en voorstellingen). De rode, rechthoekige jaspis in de onderrand bevat een koefische inscriptie die betekent 'Stel uw vertrouwen in Allah en zoek contact met den heer der getrouwen'.
Alle sierstukken alsmede de armen en de acht segmenten van het middenstuk van het kruis zijn omlijst met gedraaid gouddraad.
De rug en het achterplat zijn overtrokken met van oorsprong rood fluweel met rozenmotief. Op het achterplat zijn vijf gegraveerde, zilveren stukken aangebracht, te weten vier ronde medaillons op de hoeken en in het midden een amandelvormige plaquette met een afbeelding van een bisschop omgeven door een rand met palmettenmotief. In de buitenste rand staat de volgende Latijnse tekst gegraveerd: ORNATU LAPIDUM RUTILANS AUROQUE POLITUM / PRAESULIS ANSFRIDI MARTINO MUNUS OBIVI (vert. 'versierd met flonkerende edelstenen en schitterend goud ben ik [het boek] een geschenk van bisschop Ansfridus aan Martinus [de Utrechtse Martinuskerk]'). - OpmerkingenSchrift: diverse handen
Decoratie: 9 grote initialen, talrijke kleinere initialen in goud, zilver en rood (enkele bladvormen en dierfiguren, St. Gallen)
Toegevoegd (achterin): ca. 1100, afschriften van 2 documenten (944, 1040)
St. Gallen herkomst wordt door Hoffman betwijfeld (mondelinge mededeling bij bezoek in 1995), maar hij kon niet aangeven waar het boek wel geschreven zou kunnen zijn.
Boekband: 11de-13de eeuw met latere toevoegingen (ABM m902); op achterplat gelijmd: theol. hs., 1 f., 320 x 244 (237 x 160) mm, Noordelijke Nederlanden, 15de eeuw
Ansfriduscodex dankt zijn naam aan Ansfridus of Ansfried, bisschop van Utrecht van 995 tot 1010, die het boek volgens de inscriptie op de zilveren plaquette aan de achterzijde aan de Utrechtse St.-Maartenskerk heeft geschonken. De codex zal in de eerste plaats een liturgische functie hebben gehad. Het bevat een evangelistarium of perikopenboek, dat wil zeggen een boek waarin lezingen zijn opgenomen van de vier evangeliën zoals die in de loop van het kerkelijk jaar tijdens de mis werden voorgelezen of -gezongen.
Achterin het handschrift zijn afschriften van twee oorkonden bijgebonden, die vermoedelijk uit het eind van de 11de of het begin van de 12de eeuw dateren. De eerste betreft een schenking van keizer Otto I aan bisschop Balderik (918-976), de tweede een schenking van keizer Hendrik III aan bisschop Bernold (1027-1054). Op de rectozijde van het dekblad voorin is door een hand uit ongeveer 1100 een aantekening in Latijn aangebracht over geschenken aan de Dom van Utrecht van diezelfde Bernold:
"Domnvs Bernoldvs felicis memorie episcopus in honore sanctae et individuae trinitatis . et sui specialis patroni . Sancti Martini . aureum altare iussit fieri . ex octoginta marcis . et tribus et dimidio marcis auri . Dedit etiam adidem altare . paschalem casulam unam albi coloris . et unam viridem Cappas . ii . Dalmaticos . iii . Subtilia . vii . cum manipulis . facisterculas . ii . In unoquoque autem anno ex quo epischopatus dignitatem est adeptus docsalia . ii . de pallio . Horum inpresentiarum fuit viiii" (overgenomen uit Lieftinck 1948, p. 21 n. 12).
("Heer Bernoldus de bisschop, zaliger gedachtenis, heeft ter ere van de heilige en ondeelbare Drievuldigheid en van zijn speciale patroon St. Maarten een gouden altaar laten maken van 80 mark en 3 1/2 mark goud. Hij schonk ook voor datzelfde altaar een paaskazuifel, en dan nog een van witte kleur en een groene, twee mantels, 3 dalmatieken, 7 subtiliën met de bijbehorende manipels, twee facisterkel. In elk jaar dat voorbij ging sinds hij de bisschoppelijke waardigheid ontving, gaf hij twee dorsaliën uit kostbare stof. Dat zijn negen geschenken.") (overgenomen uit Lieftinck 1948, p. 9).
Door wie, wanneer en waarom de afschriften en de aantekening zijn toegevoegd, is niet bekend. (nog nagaan wat er in de literatuur over de oorkonden geschreven is; zie voor overzicht Korteweg 1979, p. 250 n. 11, o.m. Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301).
De Ansfriduscodex is nog nooit nauwkeurig onderzocht. Op basis van de decoratie van de initialen wordt wel gesteld dat het handschrift in de tweede helft van de 10de eeuw in het klooster van St. Gallen is ontstaan (Korteweg 1979, p. 13). Dit wordt tegengesproken door H. Hoffman (mond. meded. 13 mei 1996). Waar het handschrift wel is ontstaan kan hij niet aangeven.
De boekband in zijn huidige vorm is niet de oorspronkelijke, maar vermoedelijk het resultaat van een restauratie van omstreeks 1500. Het van oorsprong rode fluweel met rozenmotief, dat ondanks de slijtage nog te herkennen is, is volgens Korteweg 1979 typerend voor het eind van de 15de en de vroege 16de eeuw. Ook Steenbock 1965 dateert het fluweel aan het einde van de 15de eeuw. De medaillons met de evangelistensymbolen op de hoeken van het voorplat stammen uit dezelfde tijd. Aangezien deze medaillons met hetzelfde grof gedraaide koord zijn omlijst als de kruisarmen en de acht segmenten van het middenstuk van het kruis, worden ze als de terminus post quem van de gehele boekband beschouwd (als eerste opgemerkt door Steenbock 1965). Archiefonderzoek door Van Cauteren 1988 en Dubbe 1992 in Utrecht resp. Deventer naar vermeldingen van een dergelijke restauratie heeft niets opgeleverd.
Het zilveren beslag aan de achterzijde van de boekband wordt doorgaans omstreeks 1000 gedateerd en is vrijwel zeker afkomstig van de oorspronkelijke band. Volgens Steenbock 1965 is het palmettenmotief rondom de bisschopsfiguur op de plaquette verwant aan dat op een ivoren reliëf in Rouen(?) en het ivoren reliëf op de Theophanu-boekband in de kathedraal van Essen (Steenbock 1965, cat. nr. 62, afb. 86).
In hoeverre de bekleding van het voorplat onderdelen bevat van de oorspronkelijke boekband, laat zich moeilijk bepalen. De gegraveerde halfedelstenen zijn volgens Snijder 1932 veelal antieke stenen uit de 1ste eeuw v. Chr.- 3de eeuw na Chr. De herkomst van deze stenen is niet bekend. De vier alsengemmen, genoemd naar het Deense eiland Alsen waar zij in 1871 voor het eerst werden gevonden, worden in het algemeen tussen de 7de en de 9de eeuw gedateerd. Met het oog op de vindplaatsen worden Nederland, Denemarken en West-Duitsland genoemd als mogelijke gebieden van ontstaan. Of de alsengemmen en halfedelstenen deel uitmaakten van de versiering van de 11de-eeuwse boekband, laat zich op basis van deze summiere gegevens niet vaststellen.
Voor wat betreft de datering van het filigraankruis lopen de meningen uiteen. Uitgangspunt is steeds de opvallende gelijkenis tussen de voorzijde van de boekband van de Ansfriduscodex en die van de Bernulphuscodex (ABM m903), welke laatstgenoemde doorgaans in het begin van de 13de eeuw wordt gedateerd. De conclusies variëren echter van een 15de-eeuwse kopie naar die van de Bernulphuscodex (Crooy 1949), afkomstig van de oorspronkelijke achterzijde van de Bernulphuscodex (Korteweg 1979) dan wel afkomstig van een pendant van deze zelfde codex (Van Cauteren 1988). Volgens Steenbock 1965 daarentegen was het voorplat van de Ansfriduscodex vanaf het begin voorzien van een compositie met gemmenkruis. In dit scenario zou de Ansfriduscodex als voorbeeld voor de Bernulphuscodex hebben gediend. Wel zou het filigraanwerk op de Ansfriduscodex van later datum zijn dan dat op de Bernulphusboekband: niet alleen is het filigraan van de Ansfriduscodex minder zorgvuldig verwerkt, ook is de gebruikte draad van een andere gesteldheid.
Tegen de opvatting van Korteweg 1979 wordt doorgaans ingebracht dat prachtbanden aan de achterzijde nooit zo rijkelijk versierd zijn. Bij Steenbock 1965 zijn echter meer dan twintig prachtbanden te vinden die aan beide zijden even rijk gedecoreerd zijn.
Volgens Van Cauteren 1988 verwijzen de twee opspringende herten naar de tekst uit psalm 41,2 die het verlangen van de gelovige God uitdrukt: 'Zoals het hert naar de waterbronnen verlangt, zo verlangt mijn ziel naar U, o God'. De medaillons met de herten zouden zich oorspronkelijk aan de voet van het kruis hebben bevonden en de engelen aan weerszijden van de top van het kruis (zie reconstructie-tekening Van Cauteren).
Op basis van de inscriptie op de plaquette aan de achterzijde van boekband kan worden geconcludeerd dat het handschrift zich omstreeks 1000 in de Dom te Utrecht bevond. De afschriften van de twee oorkonden achterin het handschrift en de aantekening op de recto zijde van het oorspronkelijke dekblad wijzen er verder op dat het boek hier tot het begin van de 12de eeuw verbleef. Volgens Korteweg 1979 was dit nog steeds het geval in het derde kwart van de 14de eeuw. Zij baseert zich hierbij op de conclusie van De Haan 1976 dat een van de stenen van de band van de Ansfriduscodex als voorbeeld heeft gediend voor een afbeelding in een Utrechts handschrift 'Der Naturen Bloeme' van rond 1375. De gelijkenis tussen beide afbeeldingen is echter te vaag om de aanwezigheid van laatstgenoemd boek in Utrecht in de 14de eeuw te bevestigen. Van Cauteren 1988 meent op zijn beurt in een post in de rekening van de Utrechtse Dom uit 1515-1516 de restauratie van de boekband van de Ansfriduscodex te zien. Hierin wordt bericht dat de edelsmid Abel van der Vechte vergulde boekbanden veranderde, waartoe hij edelstenen had gekocht. Aangezien de Dom over verscheidene van deze rijk versierde banden beschikte - Van Cauteren vermeldt dat er soms zeven op een rij op het altaar stonden - staat geenszins vast dat de reparatie betrekking had op de codex van Ansfridus.
Op een gegeven moment, wanneer is niet precies bekend, is het boek in Deventer terecht gekomen, waar het in 1835 samen met de Lebuïnuscodex (ABM h1 en ABM m901) en de Bernulphuscodex (ABM h3 en ABM m903) door Molhuijsen in de R.K. St. Lebuïnuskerk (voormalige Broederenkerk) te Deventer werd aangetroffen. Volgens de nota van Rientjes betreffende de 'Verklaring van Mgr. van Heukelum' (zie hangmap ABM m902/903) ontdekte dr. A. I. Schaepman, coadjutor van de aartsbisschop van Utrecht, in 1860 de drie boeken op de zolder van de pastorie van dezelfde kerk. Daar de nieuwe pastorie in augustus 1856 pas in gebruik is genomen, kunnen de drie codices op z'n vroegst in dat jaar naar de zolder zijn verhuisd. Op advies van G. W. van Heukelum worden de codices na de ontdekking van Schaepman naar het Groot-Seminarie Rijssenburg te Driebergen overgebracht (volgens inv. Rientjes in 1859?). Enkele jaren later - wanneer is niet precies bekend, maar in ieder geval ná 1862 en vóór 1 juni 1872 - komen de boeken naar het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht, welke collectie thans ondergebracht is in Museum Catharijneconvent. Volgens voornoemde nota van Rientjes komen de drie codices nog niet voor in de eerste catalogus van 1862, maar maken zij sinds de opening van het Aartsbisschoppelijk Museum op 1 juni 1872 deel uit van de collectie.
In het algemeen wordt aangenomen dat de drie boeken uit de R.K. St. Lebuïnuskerk identiek zijn aan de 'drie olde boeken met sylver beslagen ende gesteente up eyne zydt' in de inventaris van 1566 van de schatten van de Lebuïnus- of Grote kerk te Deventer (GAD, Stadsarchief, MA 328, p. 9-15). De Ansfriduscodex zou zich dan tenminste sinds de tweede helft van de 16de eeuw in Deventer hebben bevonden. Uit een reconstructie van de gebeurtenissen in Deventer ten tijde van de godsdienststrijd door onder meer Van der Heyden 1937 kan worden opgemaakt dat het kapittel van de Lebuïnus- of Grote Kerk een aantal kostbaarheden in veiligheid heeft weten te brengen. Volgens diezelfde auteur bevinden zich in het parochieel archief en het Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis nog enkele lijsten van voorwerpen die men had weten te redden. Er dient nog te worden nagegaan of de drie codices op deze lijsten voorkomen. - LiteratuurverwijzingenIslam in Europa 1000-1250 (Claudia Höhl), 2022, p. 73 , afb.De Münster domschat / The Münster Cathedraltreasure (Annabel Dijkema), 2019, cat. nr. 17Schätze der Erzdiozese. Die Domschätze von Münster, Lüttich, Utrecht, Osnabrück und Minden = Treasures of the Archdiocese. The Treasures of the Münster, Liège, Utrecht, Osnabrück and Minden Cathedrals (Annabel Dijkema), 2019Driehonderd kaarsen in een snoekenbek : bijzondere notities op een fragment van een elfde-eeuws missaal uit de Utrechtse Dom (K. van Vliet), 2018Het oudste huis van Nederland : 900 jaar proosdij in Deventer (Johans Kreek), 2018Geen dag zonder Maria (Désirée M.D. Krikhaar), 2017, 21 septemberJaarverslag Museum Catharijneconvent 2015 , 2016, p. 37, afb.Zwischen Glaube und Welt : Studien zur Geschichte der religiösen Frauengemeinschaft Thorn von der Gründung bis zur Mitte des 14. Jahrhunderts (Hartwig Kersken), 2016, p. 31, afb.Buch-Gewänder : Prachteinbände im Mittelalter (David Ganz), 2015, p. 54-55, afb. 14 en p. 91, afb. 19 en p. 104, nt. 56 en p. 315, tekst en p. 338, nt. 66Middeleeuwse borduurkunst uit de Nederlanden (Micha Leeflang), 2015, p. 16, afb.Gezien met eigen ogen! : topstukken uit de Middeleeuwen in Museum Catharijneconvent (Wendelien van Welie), 2014, p. 150-152, afb.Textbook highlights Museum Catharijneconvent (2013) , 2013, nr. 103Merkwaardig en zeldzaam : 160 jaar Deventer museumgeschiedenis (H.J. Nalis), 2013, p. 13-14, 35, 36, afb.Veertig jaar Domcantorij 1971-2011 : portret van een vocale en instrumentale kerkmuzikale praktijk in een geseculariseerde wereld (Mieke Breij), 2011, p. 12, afb.IIMM : illustrated inventory of medieval manuscripts in Latin script in the Netherlands 1 Utrecht, Museum Catharijneconvent = IIMM : inventaire illustré de manuscrits médiévaux = IIMM : illustriertes Inventar mittelalterlicher Manuskripte (J.P. Gumbert), 2011, nr. 2, 3Utrecht : Europese kerkenstad (Jan Terlingen), 2011, p. 53, afb.De Paulusabdij : achter de muren van Utrechts oudste klooster (H. Hundertmark), 2010, p. 18 afb.Twee keizersoorkonden uit de Ansfriedcodex te Utrecht : 17 juli 944 en 21 mei 1040 (Hendrik Brouwer), 2010Geschiedenis van Deventer, deel II: Nieuwe en nieuwste tijd (C.H. Slechte), 2010, p. 372, afb.Textbook highlights Museum Catharijneconvent (2009) , 2009Für Königtum und Himmelreich : 1000 Jahre Bischof Meinwerk von Paderborn : Katalog der Jubiläumausstellung (Chr. Stiegemann), 2009, cat. nr. 133, p. 399-400, afb. 133-134Evangelistar des Bischofs Ansfriedus von Utrecht, sog. Ansfriduscodex (Micha Leeflang), 2009, cat. nr. 133, p. 399-400, afb. 133-134Schitterend : de schatkamer van Museum Catharijneconvent (Sanne Klaver), 2009, p. 47, afb. 34Beeldschone boeken : de Middeleeuwen in goud en inkt (Micha Leeflang), 2009, p. 16-18, 25-28, 130-131, 133, afb. 11'Bruit van d’Eem’ : geschiedenis van Amersfoort (Leen Alberts), 2009, p. 53, afb.Beeldschone boeken : de Middeleeuwen in goud en inkt (Micha Leeflang), 20092000 jaar Nederlanders en hun heilige boeken (J. Exalto), 2008, p. 76, afb.Romanik (A. Fingernagel), 2007, dl. 1, p. 381Textbook highlights Museum Catharijneconvent (2006) , 2006, p. 1Christianity in the Netherlands : highlights from Museum Catharijneconvent (B.S. Hellemans), 2006Christendom in Nederland : topstukken uit Museum Catharijneconvent (B.S. Hellemans), 2006, p. 17, afb.8De oudste kerken van Holland : van kerstening tot 1300 (E. den Hartog), 2002, p. 45Gemme : dalla corte imperiale alla corte celeste (Gemma Sena Chiesa), 2002, p. 48, afb. 4Museum Catharijneconvent : a selection of the finest works (Niels H. Koers), 2000, p. 10, afb.Museum Catharijneconvent : een keuze uit de mooiste werken (Niels H. Koers), 2000, p. 10, afb.Drie olde boeken met sylver beslagen... (Ingrid de Wit), 2000, p. 18-22, afb.20 eeuwen Nederland en de Nederlanders, 45 : dominees en pastoors (Ben Speet), 2000Museum Catharijneconvent in Utrecht: its history and its books (W.C.M. Wüstefeld), 1997, p. 29-33, m.n. afb. p. 31YGeschiedenis van de provincie Utrecht : tot 1528 (C. Dekker), 1997, p. 111, 115De rijksbisschoppen in de 11e eeuw (J.M. van Winter), 1997, p. 115-130, m.n. afb. p. 115Bisschop Balderic en de rijkskerk (J.M. van Winter), 1997, p. 103-114, m.n. afb. p. 111Missionaries, masters and manuscripts; a survey of the oldest books and their patrons in the diocese of Utrecht (until c. 1200) (W.C.M. Wüstefeld), 1996, p. 153, afb.Willibrord en het begin van Nederland (M. van Vlierden), 1995, p. 116, cat. nr. 108, afb. p. 126, afb.Les Pays-Bas Romans (Ada van Deijk), 1994, z.p.Middeleeuwse boeken van Het Catharijneconvent (W.C.M. Wüstefeld), 1993, p. 14-15, afb., p. 17, p.19, p. 26-29, cat. nr. 5, afb.Tresors des bibliotheques des Pays-Bas (Adrienne Fontainais), 1993, p. 166-169, afb.Interieur en inventaris tot 1800 [Grote of Lebuinuskerk Deventer] (B. Dubbe), 1992, p. 234-279, m.n. p. 246-250, afb. 205-206Deventer kerkschatten 750-1900 : uit de periode ca. 750-1900 (B. Rademaker-Helfferich), 1992, p. 26-27The Dutch and their books in the manuscript age (J.P. Gumbert), 1990, p. 81 nt. 9De liturgische koordispositie van de Romaanse Dom te Utrecht (J.M.A. van Cauteren), 1988, p. 69, p. 75, 76, 77, afb.Utrecht een hemel op aarde (M. van Vlierden), 1988, p. 56, cat. nr. 32Zwerftocht met middeleeuwse heiligen : en route avec des saints médiévaux (A.D.A. Monna), 1988, afb. omslag en p. 262Der Bernulphuscodex in Utrecht und eine Gruppe verwandter spätreichenauer Handschriften (A.S. Korteweg), 1985, p. 35-76, m.n. p. 73, afb. 71Tekst en uitleg [1982] (Henri L.M. Defoer), 1982, p. 32, afb.De Broederenkerk : in de geschiedenis van Deventer (C.M. Hogenstijn), 1981, p. 167-168De Bernulphuscodex in het Rijksmuseum Het Catharijneconvent te Utrecht en verwante handschriften (A.S. Korteweg), 1979, p. 11-14, 18, 31-36, 51Tekst en uitleg [1979] , 1979, p. 35, afb.Van Willibrord tot Wereldraad : enige aspecten van het geestelijk leven in Utrecht door de eeuwen heen = From Willibrord to World Council : some aspects of the spiritual life in Utrecht through the ages , 1972, p. 50, cat. nr. 11Utrecht en zijn bisschoppen : het geestelijk en wereldlijk gezag van de bisschoppen van Utrecht tot 1528 en hun verhouding tot de stad Utrecht , 1971, p. 57, cat. nr. 89Beeldhouwkunst [1966] (D.P.R.A. Bouvy), 1966, p. 30Der kirchliche Prachteinband im frühen Mittelalter von den Anfängen bis zum Beginn der Gotik (F. Steenbock), 1965, p. 185-186, cat. nr. 89, afb. 121, 123Kreuzförmige Typen frühmittelalterlicher Prachteinbände (F. Steenbock), 1964, vgl.Kunst uit kerkelijke musea in Nederland (H.J.A.M. van Haaren), 1963, cat. nr. 183Buchdeckel im Erzbischöflichen Museum zu Utrecht (F. Steenbock), 1962, deel 1, p. 555-563, afb. 3-4Die Alsengemmen (O.F. Gandert), 1956, p. 156-222, m.n. p. 211-212, cat. nr. 40-43, pls. 27, 29, 30Kerkelijke kunst : catalogus tentoonstelling Stad Antwerpen , 1948, cat. nr. 710, afb. 12Utrecht's kunst in opkomst en bloei 650-1650 , 1948, cat. nr. 148Bisschop Bernold (1027-1054) en zijn geschenken aan de Utrechtse kerken : openingscollege gegeven bij de aanvaarding van het ambt van lector in de middeleeuwse handschriftenkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden op vrijdag 19 maart 1948 (G.I. Lieftinck), 1948, p. 8, 9De ontwikkelingsgeschiedenis der emaillekunst (Joanna Brom), 1937, p. 104-122, m.n. p. 115-116Een tocht door eeuwen : uit de geschiedenis van katholiek Deventer (L.J. van der Heijden), 1937, p. 13Frühmittelalterliche Imitationen antiker Kameen (G.A.S. Snijder), 1933, afb. 3, 4Antique and medieval gems on bookcovers at Utrecht (G.A.S. Snijder), 1932, p. 8, 18, 20-21, afb. 3-4Het metaalwerk in het Aartsbisschoppelijk Museum (Antonius Egbertus Rientjes), 1921, p. 178-186, m.n. p. 179, afb. 30De oude kerkelijke kunst in Nederland : gedenkboek van de nationale tentoonstelling te 's-Hertogenbosch in 1913 : afbeeldingen der belangrijkste voorwerpen (Jan Adriaan Frederiks), 1914, cat. nr. 310, p. 69, pl. XLI, afb. 68-69Catalogus der Nationale Tentoonstelling van oude kerkelijke kunst te 's-Hertogenbosch juni - september 1913 (Jan Kalf), 1913, cat. nr. 310Die Buchmalerei in St. Gallen : vom neunten bis zum elften Jahrhundert (A. Merton), 1912, p. 93Geschichte der Evangelienbücher in der ersten Hälfte des Mittelalters (S. Beissel), 1906, p. 222, 345De herkomst van bisschop Bernold van Utrecht (1027-1054) (G.I. Lieftinck), p. 23-40, m.n. p. 32-33Illustrations of Gems in the Leiden Manuscript of 'Der Naturen Bloeme' (M.J.M. de Haan), p. 71-79, m.n. p. 77, 78
- Opmerkingen?Ziet u een fout of heeft u extra informatie over dit object?
Laat het ons weten!