DE HEMELVAART VAN CHRISTUS EN DE OPWEKKING DER DODEN BIJ HET LAATSTE OORDEEL
Noord-Nederland, ca. 1500
ABM bh330, 319

Veertig dagen na zijn verrijzenis is Christus met ziel en lichaam ten hemel gevaren. Bij het laatste oordeel zullen alle mensen uit hun graf worden opgewekt. De rechtvaardigen zullen ten hemel varen, de verdoemden gaan naar de hel.

zaaltekst vaste opstelling

2005

Niet in het museum te zien

ABM bh319

beeld, reliëf

Opwekking der doden, pendant van ABM bh330

onbekend (Noord-Nederland)

1495 - 1504

eikenhout, verf

schenking

1882-09-19

Boven een heuvelachtige grond zweven twee grote engelfiguren. De linker, driekwart naar rechts, draagt in zijn rechterhand een groot kruis dat hij schuin voor zich houdt en dat hij tevens met zijn linkerarm steunt. Hij blaast op een recht blaasinstrument dat hij in zijn andere hand houdt. De rechter draagt de geselkolom, die op zijn linkerschouder rust en blaast op een gebogen blaasinstrument dat hij in zijn rechterhand houdt. De engelen hebben met hun geschal de doden opgewekt, waarvan er zes uit de grond tevoorschijn komen. Links een vrouw, frontaal, naast een naar rechts gedraaide figuur. Rechts van hem een groepje van drie doden, waarvan de linker zijn handen voor de borst heeft gevouwen en de rechter zich met het hoofd naar rechts bijna geheel uit de aarde heeft bevrijd. Van de middelste is alleen het hoofd te zien. Dat geldt ook voor de zesde dode, geheel links op de achtergrond. De heuveltjes lijken opgebouwd uit plaggen, die aan de bovenzijde met parallelle rijen zigzaggroeven zijn geaccentueerd.

De engelen zijn gekleed in albes met amict.

De voorstelling is omgeven door een geprofileerde lijst met links en rechts een kraagsteentje.

Polychromie:
Over het hele oppervlak sporen van oranjerood (bolus of menie?).

Techniek:
Het reliëf is één geheel met de lijst. Aan de achterzijde vlak. De kern lag waarschijnlijk rechts van het werkblok. Deels staande jaarringen. Half-reliëf. In de achterzijden onderaan een deel van een sponninkje. In de zijkanten en de bovenkant grote gaten ter bevestiging in bijvoorbeeld een meubelstuk. Kraslijnen voor het uitzetten van de gaten aanwezig. In de bovenzijde vijf gaten, ca. 1 cm doorsn. In de linkerzijde twee grote gaten, maten als voren, met resten van houten pennen, één onderaan, één bovenaan, geflankeerd door telkens één klein gat van ca. 0,5 cm doorsn.; in het bovenste een afgebroken houten pen. In de rechterzijde bovenaan één groot gat, onderaan twee en in de uiteinden wederom een klein gat met afgebroken houten pen. Maten als boven. In het midden van de voorzijde bovenaan en rechts gaten met restanten van houten pennen: waarschijnlijk aanhechtingspunten van het nu verdwenen, gotische rankwerk.

Staat:
Ontbreekt: het gotisch rankenwerk, dat de voorstelling overhuifde.
Links en rechts bovenaan in de achterzijde een modern schroefoog. Twee schroefgaten in het midden van de bovenrand. Tweemaal twee spijkergaatjes in de voorzijde van de onderrand.
Aan de linkerkant wormstekig. Tevens een houtwormgat in de rug van de voorste dode rechts.

Dit reliëf is mogelijk onderdeel van een meubelstuk. Het is een pendant van ABM bh330 met de voorstelling van de Hemelvaart van Christus.

Inv. Rientjes: 16de eeuw; later: Noord-Nederland, ca. 1530.

Vogelsang 1911: Noord-Nederland, ca. 1530.
Recklinghausen 1959/60: Noord-Nederland, ca. 1500.
Utrecht 1962 (Bouvy): Noord-Nederland, begin 16de eeuw.

Hout- en steensculptuur van Museum Catharijneconvent, ca. 1200-1600  (Marieke van Vlierden), 2004, p. 159, 385Beeldhouwkunst : Aartsbisschoppelijk Museum Utrecht  (Désiré Bouvy), 1962, cat. nr. 151Engel-Darstellungen aus zwei Jahrtausenden , 1959, cat. nr. 71Holzskulptur in den Niederlanden, 1: das Erzbischöfliche Museum zu Utrecht  (W. Vogelsang), 1911, nr. 124, pl. XXX

Ziet u een fout of heeft u extra informatie over dit object?
Laat het ons weten!