Nederlands Nederlands
Taal wijzigen
  • EnglishEnglish
  • Zoeken
  • Resultaten
  • Details
  • Aanvragen

Laden

image
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
  1 / 2 
 Objectgegevens
image
Bij gebruik vermelden: Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer
  2 / 2 
 Objectgegevens
  • Tekst
    Christus aan het kruis
    Atelier Meester van Elsloo, ca. 1525
    RMCC b116

    Christus hangt met uitgestrekte armen aan het kruis. De hoeken van het kruis zijn versierd met de vier evangelistensymbolen. Waarschijnlijk heeft dit kruisbeeld op een triomfbalk in een zestiende-eeuwse kerk gestaan. Een triomfbalk is een hooggelegen balk op de scheiding tussen het schip (middendeel) en het koor (achterste gedeelte) van een kerk.
    Dit crucifix wordt sinds kort gerekend tot het werk van de Meester van Elsloo. Kruisbeelden uit zijn atelier kenmerken zich onder andere door een buikplooi, diepe groeven op schouders en voeten en een fijn geplooide lendendoek.
  • soort tekst
    zaaltekst vaste opstelling
  • geschreven in
    2006
  •  
    Nu te zien
  • Huidige locatie
    Klooster begane grond Refter
  • Objectnummer
    RMCC b116
  • Objectnaam
    beeld, kruisbeeld
  • Titel
    Christus aan het kruis, aan uiteinden evangelistensymbolen
  • Vervaardiger
    Meester van Elsloo (Opper-Gelre)
  • Datering
    1520 - 1529
  • Materiaal
    eikenhout, verf
  • Afmetingen
    • 224.0 cm
    • 176.0 cm
    • 24.0 cm
  • Verwervingsmethode
    bruikleen
  • Verwervingsdatum
    1990
  • Beschrijving
    De gestorven Christus hangt uitgestrekt aan het kruis. Zijn hoofd neigt naar links. In de geopende mond zijn de tanden zichtbaar. De voeten zijn over elkaar gespijkerd, de rechter over de linker. Opvallend is de uitgemergelde staat van het lichaam met de aangeduide huidplooien op de buik en boven de nagel in de rechtervoet. De schouderkoppen zijn begrensd door een diepe groef.

    Christus draagt de doornenkroon op het hoofd, dat is omgeven door sterk gestileerde pijpenkrullen. Hij is met de lendendoek bekleed, waarvan aan weerszijden een slip afhangt. In de stof vele, kleine, onregelmatige kreukels.

    Het kruis is voorzien van vijf vierpassen: één in het midden, achter het hoofd van Christus en vier aan de uiteinden van de kruisarmen. In de middelste de kruisnimbus, in de vier andere zijn de vier evangelistensymbolen weergegevem. Bovenaan de adelaar en profil naar rechts, de kop naar links. Hij houdt de banderol met beide poten en de snavel vast. Links de engel driekwart naar rechts, het gezicht en face. Hij houdt de banderol met zijn rechterhand voor zich vast. Rechts de stier en profil naar links, de kop driekwart naar rechts. De banderol ligt over zijn rug gedrapeerd. Onderaan de leeuw met het lichaam naar links. De banderol hangt over zijn rug en het uiteinde ervan heeft hij in zijn bek. Alle symbolen zijn voorzien van vleugels. Het kruis heeft een meervoudig geprofileerde rand. Onder de adelaar hangt de titulus.

    Polychromie:
    Enkele sporen polychromie. In de zijkant van het kruis zit een groef met de resten van lijm en van rode verf. Op de kruisnimbus rood. Op de wang van Christus groen (gemorst). Wit op de lendendoek. Rood op de achtergrond van de leeuw.

    Techniek:
    Het corpus is rondom uitgewerkt, aan de achterkant wat schematischer. Een grote noest in het linkerbeen en op de borst. De armen van het corpus zijn apart ingestoken en gelijmd. Borgpen op de rechterschouder. De slippen van de lendendoek zijn apart aangezet. Het corpus is aan het kruis bevestigd met houten pennen in handen en voeten. De pennen hebben piramidevormige koppen.
    In de rug van het corpus zit een metalen haak die in een metalen oog is gestoken, dat op zijn beurt weer aan het kruis is bevestigd. Achter in de nek zit een onregelmatig gat (werkbank?).

    Een gescheurde noest in de langsbalk van het kruis links. Het kruis bestaat uit twee delen; de dwarsbalk is aan de voorzijde in de langsbalk ingelaten. De medaillons waren oorspronkelijk in één geheel meegesneden met de balken.
    Boven in het kruis een groot gesmeed oog. Recht achter het hoofd van Christus zit een rond gat in de kruisnimbus.

    Staat:
    Het gat boven de kop van de adelaar is waarschijnlijk later aangebracht waardoor het medaillon is gaan splijten en de kop verloren is gegaan.
    De titulus is modern (gespijkerd). Onder de titulus zit een restant van een houten pen, waarschijnlijk origineel. Het hoofd van Christus is aangevuld in notenhout (?). Het betreft het linkergedeelte met linkeroog- en wang. Er zit een latere aanvulling in de nek. De afgebrokkelde schouders zijn aangevuld met een wasachtige substantie. In de rechterschouder is ook een stuk hout ingezet. Het corpus is op meerdere plaatsen met overlangse spieën en donkerbruine wassubstantie ingevuld o.a. op de borst en de buik. Op de rechterknie is een spie vastgezet met een houten pen. In de rechterenkel overlangse spieën. De rechter kleineteen is vervangen. De rechter groteteen idem. Twee andere tenen zijn opnieuw aangelijmd. In het linkerbeen verschillende overlangse invoegingen ter plekke van gescheurde noest. De middelvinger en de wijsvinger van de linkerhand zijn vervangen of apart aangezet. De middel- en de wijsvinger van de rechterhand zijn vervangen. De rechterlob van het medaillon met de arend is vervangen. Vrijwel het hele linker- en rechtermedaillon met engel en stier zijn vervangen (17de eeuw?) en de rechterlob van de leeuw is vervangen. Beide profielranden langs de bovenkant van de dwarsbalk zijn vervangen. Aan de achterzijde is de dwarsbalk met meerdere delen aangespijkerd hout verstevigd (naaldhout?). De profielrand aan de onderkant is vervangen. Achter de knieën van Christus een vierkant ingezet stuk hout. Een deel van de profiellijst links achter het lichaam van Christus is vervangen.
    Afgebroken: een deel van de doornenkroon; delen van de schouders; de rechterpink; het bovenstuk van het bovenste medaillon met de kop van de arend.
    Zeer slechte kwaliteit hout, dat vele scheuren en daarbij uitgebroken delen vertoont. Scheuren ook in de rechterarm en in de benen. Het linkerbeen is doorgebroken. Het rechter idem maar hersteld. Oppervlaktescheuren in de leeuw. Een scheur in de langsbalk van een kruis links en rechts. Scheuren mogelijk ontstaan door aflogen.
    In de dwarsbalk aan de uiteinden aan weerskanten een moderne haak aan een moderne ijzeren plaat voor ophanging.
    De bovenkant van het hoofd en de schouders van Christus lijken erg door houtworm aangetast te zijn geweest, evenals de dwarsbalk.
    Het beeld is zeer vuil en deels bedekt door een donkere was- of beitslaag.
  • Opmerkingen
    Jaarverslag 1990: Westfalen, ca. 1475. Het stuk heeft mogelijk vroeger in de buitenlucht gehangen en daardoor nogal wat schade opgelopen.

    Te Poel 1993 (brief aan Defoer d.d. 26-8-1993, hangmap): Nauwe verwantschtp met kruisbeelden uit het Elsloo-atelier, groep Beek. Vertoont overeenkomsten met het kruisbeeld uit Dieteren in de coll. van het Bonnefanten-Museum te Maastricht, o.a. in de kruisbalken en in de horizontale, brokkelige plooitjes en de overslag in het midden van lendendoek. Dit laatste heeft het stuk ook gemeen met het corpus te Ittervoort. Kenmerkend voor de groep Beek, genoemd naar de Meester van de Beekse Calvarie te Beek (B), zijn voorts: het koptype, de geprononceerde borstkas, de dubbele buikplooi en de gestileerde voeten met die doorlopende, geaccentueerde pezen.

    Van Vlierden: Het kruis lijkt ook verwantschap te vertonen met het kruis van de calvariegroep te Ellikom: koptype, buikplooien, schouderkoppen, pezen op de voeten, plooien lendendoek, geprofileerd kruis met vierpassen (origineel). Zie Horst 1974, cat.nr. 9-11. De groep wordt een sleutelmonument in het werk van de Meester van Elsloo genoemd. Het corpus behoort tot het type, waarvan er vele, zowel in België, Nederland als in Duitsland aangetroffen worden. De natuurlijke plooiing van de lendendoek en de kalme rust van de kop onderscheiden het corpus van Ellikom van de meeste Elsloo-kruisen, die meer grafisch uitgewerkte koppen, anatomie en lendendoek vertonen.

    Van Vlierden: de aanvullingen van de vierpassen zijn mogelijk 17de-eeuws. De aanvulling van het hoofd is mogelijk ouder. De overige herstellingen lijken modern (19de-20ste eeuw). Archeoplan (Delft) lijmde in 2000 twee tenen aan.
  •  
  • Literatuurverwijzingen
    Hout- en steensculptuur van Museum Catharijneconvent, ca. 1200-1600  (Marieke van Vlierden), 2004, p. 362
    • X 
    • Titel
      Hout- en steensculptuur van Museum Catharijneconvent, ca. 1200-1600
    • Auteursvermelding
      M. van Vlierden ; met medewerking van H.L.M. Defoer, H.M.E. Höppener-Bouvy
    • Plaats van uitgave
      Zwolle, Utrecht
    • Uitgever
      Waanders Uitgevers, Museum Catharijneconvent
    • Jaar van uitgave
      2004
    • Paginering
      527
    • Illustraties
      ill.
    • ISBN
      90-400-8873-X
    • Annotatie
      Met bibliogr., regs.
    • Materiaal
      boek
    •  
    • Trefwoorden
      beeldhouwkunst
    • Persoon/instelling
      Museum Catharijneconvent
    • Exemplaarnummer
      2004/59300D-301D
    Jaarverslag Rijksmuseum Het Catharijneconvent 1990 , 1993
    • X 
    • Titel
      Jaarverslag Rijksmuseum Het Catharijneconvent 1990
    • Plaats van uitgave
      Utrecht
    • Uitgever
      Rijksmuseum Het Catharijneconvent
    • Jaar van uitgave
      1993
    • Paginering
      58-85
    • Illustraties
      ill.
    • ISBN
      90-71240-14-2
    • Annotatie
      Gebundeld als Jaarverslag Rijksmuseum Het Catharijneconvent 1988-1990
    • Materiaal
      boek
    •  
    • Persoon/instelling
      Rijksmuseum Het Catharijneconvent
    • Exemplaarnummer
      93/109ctijdschriften
  • Opmerkingen?
    Ziet u een fout of heeft u extra informatie over dit object?
    Laat het ons weten!
Laden
Pagina
1
Adlib Internet Server 6
Axiell ALM