Niet in het museum te zien

BMH g876.52

prent, kopergravure

Simeon in de tempel

Maarten van Heemskerck (naar ontwerp van)
Harmen Jansz. Müller (graveur)

1570 - 1630

papier

oud bezit

Presentatie in de tempel: Centraal staat Maria die naar de rechterkant naar haar Kind kijkt, dat zich in de armen van Simeon bevindt. Zij heeft een nimbus boven het hoofd, houdt haar linkerhand op haar rechterborst en met haar rechterhand houdt zij haar kleed vast. Rechts van Maria staat Simeon in priesterlijke (fantasie?)kleding met dito hoofddeksel. Het Christuskind in zijn armen is naakt en heeft een zittende houding. Zijn beide handjes houdt hij gespreid als in een 'verklarend' gebaar. Zijn ogen zijn gericht op het gezicht van Simeon. Achter Simeon staat een tempeldienaar die een slip van Simeons tuniek vast houdt. Rechts van de tempeldienaar het altaar op een tweetredige verhoging. Op het ondergedeelte van het altaar een afbeelding met naakte figuren. Op het bovendeel dat versierd is met een lijst, een afbeelding van een liggend naakt dat met zijn rechterhand een objecr vasthoudt dat lijkt op de wetstafelen. Over het altaar ligt een bewerkt kleed met franjes. Hierop twee toonbroden en een zevenarmige kandelaar. Op de hoeken van het altaar twee horens. Aan de hoorn aan de rechterkant hangt een wierookvat waar rook uit komt. Op het bovendeel een engelkopje met vleugels. Geheel boven het altaar een baldakijn met geschulpte rand waaraan kwasten. De achtergrond van het altaar bestaat uit een tapijt dat aan de linkerbovenhoek is bevestigd aan een zuil. Aan de linkerkant van Maria staat Jozef. Op zijn linkerarm draagt hij twee duiven. Met zijn naar beneden hangende rechterhand houdt hij zijn hoed vast. De vijf genoemde figuren staan op een verhoging die met vier traptreden aan de linkerkant is te bereiken. Aan de linkerrand van de prent staan twee vrouwelijke figuren en een man. De man staat tussen de vrouwen in en wijst met zijn linkerhand naar het centrale tafereel. De voorste vrouw kijkt naar de man, de achterste vrouw kijkt naar het centrale tafereel. Achter deze drie figuren ligt een vrouw geknield met haar handen gevouwen in gebed (Anna?). Zij is afgekeerd van het centrale thema en is buitenwaarts gericht. Op de achtergrond een klassieke tempel met zuilen, pijlers en pilasters voorzien van sokkels en Korintische(?) kapitelen. Daarachter een deel van een tempelruimte met koepel met cassettes en een rondlopende muur met rondboognissen. Op de voorgrond staat aan de linkerkant een ronde mand met deksel en handvaten waarin duivenkopjes zijn te zien.

Onder prent Latijnse teksten: 1) BEATI QVI ES VRIUNT ET SITIVNT IVSTITIA, QVONIA IPSI SATVRABVNTVR. 2) Maeste'animo, qui coelestem sitis omnibus horis, Iustitiam, nam te'satias foecunda beabit, Primus es hic Simeon, votis flagrantibus optans, Iustitiam nostri praesentem cernere Christum.

Ziet u een fout of heeft u extra informatie over dit object?
Laat het ons weten!